Al decennialang is er bezorgdheid over de toestand van de wandschildering.
In 1984 werd door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg een onderzoek ingesteld naar de fysieke toestand van de schildering. De conclusie was duidelijk, de toestand van het kunstwerk was slecht. Zo bevond zich tussen het spanraam en het doek gevallen gruis, waardoor het doek van achteren werd geperforeerd. Ook was de verflaag op de scherpe kanten van het raamwerk en de steunlatten gebroken en werd zwaar craquelé geconstateerd.
Op advies van de Sectie Monumentenzorg van de toenmalige Culturele Raad Almelo werd door de gemeente Almelo voorgesteld om de restauratie en de doeken over te nemen en deze een plaats te geven in het stadhuis. Dit werd door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg afgewezen omdat de samenhang van schildering, stucwerk en architectuur de waarde van het monument bepaalt. In 1993 werd opnieuw deskundig advies ingeroepen, ditmaal bij een restauratiebedrijf in Deventer. Ook de conclusie van dit bedrijf was dat de toestand van de schildering sterk verslechterde en dat reiniging en restauratie geen uitstel duldden. De verf had geen binding meer met de ondergrond en verfdeeltjes begonnen te verdwijnen door het uitzakken van het doek.
Op 9 februari 2006 bracht de Staatssecretaris voor Cultuur Medy van der Laan in het kader van de verkiezingscampagne van D’66 een bezoek aan Almelo en zij bezocht toen ook de stijlkamer. Ze was zeer onder de indruk van het kunstwerk, maar geld had ze niet meegenomen. Ze beloofde zich in te zullen spannen voor de restauratie.
In 2011 is begonnen met een wetenschappelijk research project onder de titel ‘From Isolation to Coherence: an integrated technical, visual and historical study of seventeenth- and eighteenth-century Dutch painting ensembles’ door de Technische Universiteit Delft, onder leiding van de kunsthistorica dr. Margriet van Eikema Hommes. De wandschildering in het Hofkeshuis is met andere schilderstukken voorwerp van deze studie geweest, die gefinancierd is door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. De eenduidige conclusie luidt dat restauratie op korte termijn zeer urgent is, mede om verder verval te voorkomen en dat de stijlkamer als geheel aangepakt moet worden, dus ook de wandbetimmering en het stucwerk en in de oude staat teruggebracht moet worden. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed onderschrijft dit en geeft als aanvullende motivering dat in Nederland een zo grote als grisaille uitgevoerde wandvullende wandschildering op de originele plaats en in de originele uitvoering, zeldzaam is.